Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En het was bedekt met [7]ceder van boven [8]op de ribben, [9]die op vijf en veertig pilaren waren, vijftien in een rij. 7. Waaruit de derde of opperste vloering ontstond. 8. Of, balken, zolderingen, kamers. 9. Versta, het opperste deel van dit huis, hetwelk [omdat het minder last had te dragen dan het onderste] maar drie rijen van pilaren had, daar de onderste vier hadden, boven, vs.2, zijnde elke rij van vijftien pilaren.